Het eindspel van schaken
Laatst aangepast op .
Het eindspel bij schaken is de derde en laatste fase van de schaakpartij. Als na een hoop zetten vele stukken van het bord zijn geruild, maar de strijd nog niet beslit is, dan kom je in het eindspel. Het is vaak moeilijk om precies te beschrijven wanneer een partij in het algemeen over gaat van het middenspel naar het eindspel. Vaak wordt deze overgang gekarakteriseerd door een dameruil. Op deze regel zijn echter tal van uitzonderingen, waardoor je geen betere definitie kan gevan dan: hoe meer stukken er van het bord zijn, hoe meer het een eindspel is. Waar de grens tussen middenspel en eindspel dan precies ligt, moet uit de specifieke stelling blijken.
Waarom bestuderen we het eindspel?
Het is bijzonder nuttig om het eindspel te bestuderen. Met een beperkte basis aan kennis over het eindspel kan je al vele fouten voorkomen, zodat je een hoop partijen kan winnen in plaats van verliezen. Bovendien helpt eindspelkennis je in het middenspel. Een belangrijk onderdeel van het middenspel is afwikkelen ofwel het ruilen van stukken. Als je stukken kan ruilen op een manier waardoor je een gunstig of winnend eindspel krijgt, is dat natuurlijk erg handig. Om dit goed te kunnen doen hebben we dus twee dingen nodig:- We moeten weten wat een goed eindspel en wat een slecht eindspel is.
- We hebben de techniek nodig om dit goede eindspel te winnen, en een slecht eindspel zo goed mogelijk te verdedigen
Deze punten zijn duidelijk. Als we in het middenspel de mogelijkheid krijgen af te ruilen naar een eindspel, willen we dat natuurlijk alleen doen als het een goed eindspel is. Daarom moeten we dus weten wat een goed eindspel is. Gelukkig hoeven we hier niet eindeloos veel posities voor uit ons hoofd te leren, maar met een aantal regels en eindspelprincipes kunnen we dat voor heel veel posities ter plekke bepalen. Met deze principes kunnen we vervolgens ook de positie uitspelen tot winst. Het eindspel heeft dus een aantal belangrijke principes die je zullen helpen om eindspelen goed te spelen!
Hoe moet je denken in het eindspel?
Het is belangrijk je te realiseren dat het eindspel duidelijk anders is dan een middenspel. Doordat er nog maar weinig stukken op het bord staan veranderen een aantal principes die in het middenspel gelden zeer sterk. De belangrijkste is dat de veiligheid van de koning minder belangrijk is, omdat de koning niet zo snel mat gaat als er maar weinig stukken op het bord staan. De koning moet dus actief helpen in de strijd, want eigenlijk is hij best een sterk stuk! Het tweede verschil met het middenspel, is dat het belangrijk is een pion te promoveren naar een dame. Dit is een zeer krachtig hulpmiddel, en is bijna altijd het hoofddoel in een eindspel.
Wat moet ik weten van het eindspel?
De benodigde eindspelkennis hangt sterk af van je huidige niveau. De echte beginner hoeft slechts enkele basisvaardigheden en principes te begrijpen, bijvoorbeeld oppositie en sleutelvelden. Die kennis is voldoende om simpele eindspelletjes goed te kunnen spelen. Op basis van dit idee zijn de onderwerpen ingedeeld op niveau:
Eindspelstudie voor de beginnende schaker
- Hoe werkt de koning in het eindspel? (principe van oppositie)
- Matzetten met koning en toren (of dame) tegen koning.
- Koning en pion tegen koning: sleutelvelden.
Voor de gemiddelde schaker
- Pioneindspel: verre vrijpion (de vos in het kippenhok).
- Pioneindspel: het vierkant en wedren
- Pioneindspel: doorbraak.
- Toreneindspel: De Lucena positie (de brug) en de Philidor positie (6e rij verdediging).
Voor de gevorderde schaker
- Toreneindspel met extra pion.
- Principe van twee zwaktes.
- Een kat en muis spel.