Sleutelvelden bij schaken

Laatst aangepast op .

Sleutelvelden

Na een lange en spannende schaakpartij geraak je in een eindspel waar je nog een pion en een koning over hebt, tegen alleen de koning van de tegenstander. Als het je lukt de overgebleven pion te promoveren tot een nieuwe dame (of toren) is de partij gewonnen. Nu is de belangrijke vraag natuurlijk: lukt dat?

Het antwoord is gelukkig: vaak wel. Namelijk als de koning de sleutelvelden van de pion kan bereiken. Laten we eerst kijken naar onderstaande positie, precies met de koning op de zesde rij, en de pion op de vijfde. Deze positie is altijd winnend, wie er ook aan zet is.

Wit aan zet: 1. Kd6 Kd8 2. e6 Ke8 3. e7 Kf7 4. Kd7 Kf6 5. e8=D en met de dame gaat wit zwart mat zetten.

Andersom als in de diagramstelling zwart aan zet is: 1... Kd8 2.Kf7 Kd7 3. e6+ Kd8 4. e7+ Kd7 5. e8=D en wederom wint wit.

We noemen in dit geval de drie velden (d6 e6 en f6) direct voor de pion op de zesde rij sleutelvelden. Als de koning op een van deze sleutelvelden staat, wint hij altijd.

Sleutelvelden 2 rijen voor de pion

Nu wordt het lastig: in onderstaande positie is alles een rij naar achter geschoven maar geldt dezelfde conclusie niet meer.

Wit aan zet: 1. Kd5 Kd7 2. e5 Ke7 3. e6 Ke8 4. Kd6 Kd8 Zwart maakt ineens oppositie. Wit heeft geen andere keuze dan de pion door te schuiven (als wit Ke5 speelt dan zet zwart eenvoudig zijn koning voor de pion op e7). 5. e7+ Ke8 6. Ke6 en de zwarte koning staat pat; de partij is remise. Zowel in de beginstelling als na zet vier heeft zwart de oppositie, waardoor hij een gelijkspel houdt.

Als zwart begint dan wint wit wel: 1... Kf7 2.Kd6 Ke8 3. Ke6 en we zitten weer in de positie van diagram 1 die altijd wint. Nu heeft zwart niet het voordeel van de oppositie.

In het tweede diagram liggen de sleutelvelden niet direct voor de pion, maar nog steeds op d6, e6 en f6. In het algemeen liggen de sleutelvelden twee rijen voor de pion, zoals je ziet in onderstaand diagram; alleen als de koning een sleutelveld kan bereiken wint hij. Probeer dit maar uit op het interactieve schaakbord onderaan deze pagina om jezelf te overtuigen.

Ook in bovenstaande diagram liggen de sleutelvelden twee rijen voor de pion. Dit is de algemene plek voor de sleutelvelden, twee rijen voor de pion. Als de koning op het sleutelveld staat, zal hij winnen. Dat komt omdat als hij niet de oppositie heeft, hij de oppositie kan krijgen door de pion vooruit te spelen. Vervolgens moet de tegenstander een van de nieuwe sleutelvelden opgeven, waardoor de koning wederom het opgeschoven sleutelveld bereikt. Dit principe herhaalt zich vervolgens.

De sleutelvelden van de randpion

Met een randpion is het vaak lastig om te winnen; ze hebben de neiging om in remise te eindigen. Dat komt omdat de verdedigende koning alleen maar de hoek hoeft te bereiken, en daar niet uit kan worden gedwongen. Staat de koning in de hoek, dan gaat hij nooit meer weg: remise. De enige manier om te winnen is dus om de zwarte koning uit de hoek te houden. De sleutelvelden liggen dus op b7 en b8, zoals weergegeven in de diagram. In dit geval bereikt de witte koning b7, en dus kan hij de zwarte koning uit de hoek houden. Wit wint.

Oefenen met sleutelvelden

Op onderstaande schaakbord kun je vier verschillende situaties oefenen tegen de schaakcomputer. Oefen je techniek met sleutelvelden door op een knop te klikken en de stukken te slepen.

Doe een zet.

Als het nog niet lukt om remise met zwart te verdedigen, geef ik je hier wat tips: ga altijd direct voor de pion staat als het kan. En ga daarna recht achteruit. Maak daarna oppositie wanneer mogelijk. Veel succes!