De opening bij schaken

Laatst aangepast op .

De schaak opening is de eerste fase van een schaakpartij. De schaakopeningen beginnen met de eerste zet die wit uitvoert en gaat zodra (bijna) alle stukken ontwikkeld zijn over in het middenspel. De manier waarop de speler met de zwarte stukken reageert op de eerste zet(ten) van wit noemen we de "verdediging". Zo kunnen we een partij makkelijk karakteriseren als bijvoorbeeld een franse of siciliaanse verdediging. Op de verschillende verdedigingen gaan we iets later in.

Het doel van schaakopeningen is allereerst het ontwikkelen van de stukken en ze gereed maken voor de strijd. Tegelijkertijd zorgt de opening vaak voor de eerste strategische elementen of onbalans in de stelling. Bij de overgang van opening naar middenspel gaat strategie dus gelijk een rol spelen. Het is dus belangrijk om openingsprincipes met strategische elementen te combineren. Op die manier kom je uit de opening met een plan voor het middenspel. We beginnen met die basisprincipes van de opening, die we de gouden regels van de schaakopening noemen.

De gouden regels van de schaakopening

Het doel van de schaakopening is om je stukken te mobiliseren en actief te maken in de strijd. Daarbij is het belangrijk om invloed en controle te hebben over het centrum van het schaakbord.

Beginners maken vaak fouten in de opening, en daarom zijn er drie handige regels en principes waar je je altijd aan moet houden:

  1. Plaats een pion in het centrum. Hiermee vecht je voor de controle van het centrum, waar de stukken zullen strijden.
  2. Ontwikkel je stukken. Door je stukken (met name de paarden en lopers) van de achterste lijn te halen worden ze actiever en helpen ze ook in de strijd om het centrum. Zorg er dus voor dat je eerst al je lopers en paarden ontwikkelt. Daarna pas de torens en dame.
  3. Breng je koning in veiligheid door (snel) te rokeren. Als het centrum wordt geopend door de ruil van pionnen staat de koning niet veilig in de centrale lijnen. Met een korte rokade of lange rokade breng je de koning in veiligheid en staan de pionnen voor de koning meteen gedekt. Heel vaak is de korte rokade het beste.

Beginners fouten in de schaakopening

Keer op keer zie ik beginnende schakers verliezen door deze principes niet toe te passen. Doe je zelf dus en plezier en denk elke partij aan deze opening principes: pion in het centrum, ontwikkelen van paarden en lopers, en (kort) rokeren.

Dit zijn de voornaamste fouten die gemaakt worden in de schaakopening:

  • Meerdere keren spelen met hetzelfde stuk. Je wilt graag al je stukken snel ontwikkelen, dus het is niet handig om heel vaak met hetzelfde stuk te spelen, tenzij dit noodzakelijk is.
  • Te snel de dame ontwikkelen. Het lijkt misschien handig om gelijk je sterkste stuk in de strijd te gooien, maar dat is het niet. De dame is door haar waarde ook erg kwetsbaar en zal keer op keer aangevallen worden door de stukken van de tegenstander, die daardoor sneller kan ontwikkelen. Ontwikkele de dame dus pas wat later naar een redelijk veilige plek.
  • Spelen met de randpionnen. Het opspelen van de randpion heeft geen invloed op het centrum en helpt niet om je stukken te ontwikkelen. Het is ook geen goede manier om je torens te ontwikkelen, dus doe dit vooral niet.

Tempo en kwaliteit van de ontwikkeling

Bij de schaakopening wil je je stukken bij voorkeur snel ontwikkelen. We noemen een (enkele) zet waarmee een stuk ontwikkeld wordt daarom vaak een tempo. Als een speler hetzelfde stuk twee keer zet, terwijl de tegenstander twee stukken kan ontwikkelen, zeggen we dat hij een tempo verliest. Als je te veel tempo's verliest, heeft de tegenstander zijn stukken eerder gemobiliseerd en krijgt hij het initiatief om het centrum te beheersen of een aanval op te zetten.

Een van de schaakopeningen (de Scandinavische opening) begint met 1.e4 d5 (linker diagram), en gaat vaak verder met 2.exd5 Dxd5 3.Pc3 (rechter diagram). Na Pc3 moet zwart nog een keer de dame zetten (meestal Da5), dus hij verliest een tempo.

tempo in de schaakopeningtempoverlies in de schaakopening

Zie je dat er in deze opening een aantal dingen fout lijken te gaan: zwart ontwikkelt de dame en beweegt deze twee keer. Het Scandinavisch is dus best een aparte opening, en zeker een uitzondering.

Behalve het tempo van de ontwikkeling, is ook de kwaliteit belangrijk. Je wilt je stukken ontwikkelen naar velden waar ze nuttig zijn en het centrum direct of indirect beinvloeden. Als je je stukken ontwikkelt met een lage kwaliteit, zal je vaak nog een tempo moeten besteden om ze naar een nuttigere plek te verplaatsen.

Nu we de basispricipes van de schaakopening kennen, is het de hoogste tijd om naar een aantal concrete openingen te gaan kijken. Aangezien wit altijd begint, zijn de vier zetten die het meest gespeeld worden: 1.e4, 1.d4 1.c4, 1.Pf3 en hiervan zijn de eerste twee weer het meest populair. We gaan daarom kijken naar de populaire schaakopeningen met e4 en met d4.

Schaakopeningen met e4 (de koningspion)

De populairste openingszet is 1.e4, en zwart heeft gelijk op de eerste zet een hoop vershillende opties die tot verschillende openingen zullen leiden. Het idee eerste voor zwart is om simpelweg ook zijn koningspion naar voren te zetten, wat meestal zal leiden tot de Spaanse, Italiaanse, Russische of Schotse verdediging. In plaats van deze symmetrische aanpak, kan zwart 1...c5 spelen, bekend als de populaire siciliaanse verdediging. Het basisidee is om naar het centrum te kunnen slaan als wit na een paar zetten d4 probeert te spelen, waardoor zwart kan proberen de halfopen c-lijn te gebruiken (met zetten als Dc7 en Tc8).

Het volgende idee voor zwart is om de e4 pion "uit te dagen" door d5 te spelen. Dit gebeurt in de Scandinavische opening op de eerste zet, en in de Caro-Kann en Franse verdediging op de tweede zet nadat de d5 pion is ondersteund (door c6 of e6).

In al deze openingen wordt direct gevochten voor invloed en controle in het centrum. In de Pirc en Moderne verdediging wordt voor een groot deel wat ruimte en centrum controle aan wit gegeven om daarna deze controle te proberen te ondermijnen.

Hieronder zie je een overzicht van de genoemde schaakopeningen die beginnen met 1.e4:

  • De open verdediging: 1.e4 e5, is verdeeld in:
    • De Russische verdediging: 1.e4 e5 2.Pf3 Pf6
    • De Spaanse verdediging: 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5
    • De Italiaanse verdediging: 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4
    • De Schotse verdediging: 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.d4
  • De Siciliaanse verdediging: 1.e4 c5
  • De Scandinavische verdediging: 1.e4 d5
  • De Franse verdediging: 1.e4 e6 2.d4 d5
  • De Caro-Kann verdediging: 1.e4 c6 2.d4 d5
  • De Pirc/moderne verdediging: 1.e4 d6 2.d4 Pf6

Klik op de knop om de andere openingen te bekijken.

Schaakopeningen met d4 (de damespion)

Bij de beginzet 1.d4 zien we een twee voornamelijke tegenzetten die allebei proberen veld e4 te controleren: 1...d5 en 1...Pf6. We kunnen deze min of meer dus van elkaar scheiden (al kan soms de ene opening in de andere overgaan, dat noemen we transponeren). Dit zijn de voornaamste openingen met 1...d5 (en 1...f5):

  • Het geweigerd damegambiet: 1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pc3 Pf6
  • Het aangenomen damegambiet: 1.d4 d5 2.c4 dxc4
  • De Tarrasch verdediging: 1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pc3 c5
  • De (semi-)Slavische verdediging: 1.d4 d5 2.c4 c6
  • De Hollandse verdediging: 1.d4 f5

Klik op de knop om de andere openingen te bekijken.

Je ziet dat in eigenlijk alle (populaire) varianten wit 2.c4 speelt, een pion die geslagen kan worden. Wit geeft zwart bewust de mogelijkheid die pion op c4 te slaan, en dat noemen we een gambiet: de speler bied een pion aan om snel te kunnen ontwikkelen en zijn controle over het centrum te kunnen vergroten. Zwart kan de pion op c4 slaan (het gambiet accepteren) of weigeren (en bijvoorbeeld 2...e6 of 2...c6 spelen).

We noemen de meeste openingen die beginnen met 1...Pf6 Indische verdedigingen. Hierin onderscheiden we de volgende openingen:

  • Het Konings Indisch: 1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6
  • Het Nimzo Indisch: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4
  • Het Bogo Indisch: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 Lb4+
  • Het Grünfeld Indisch: 1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 d5
  • De Ben-Oni verdediging: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 (Pf3) c5
  • De Catalaanse verdediging: 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.g3

Klik op de knop om de andere openingen te bekijken.

Je hebt nu alle populaire openingen gezien die beginnen met 1.e4 en 1.d4. Dit is geen compleet overzicht van alle openingen die er zijn, maar van de meeste openingen die populair (op alle niveaus) en solide (een verstandig begin van de partij) zijn. Als je dus een bepaalde opening wil spelen, kan je meer informatie van die opening gaan zoeken: in boeken, artikelen, schaakvideos, (model)partijen van grootmeesters etc.

Misschien heb je weer een nieuw idee voor een opening opgedaan! Probeer hem gelijk uit door een partijtje te schaken tegen de computer.