Goede loper slechte loper, een voorbeeld van Karpov

Laatst aangepast op .

Het vorige voorbeeld was best een lastige om mee te beginnen, en vereiste best wat techniek om uit te spelen. Daarom doen we een stap terug en kijken we nu naar een iets eenvoudiger voorbeeld, maar je zal hierbij wel zelf weer goed moeten nadenken. We gaan kijken naar een partij van Karpov, een van mijn favoriete spelers, vanwege zijn positionele stijl.

schaakpartij met goede en slechte loper(1) De zwarte loper op d7 is slecht.

In deze stelling zien we meteen dat zwart zijn loper slecht is, en die van wit een stuk beter (ook al heeft hij op het moment nog geen functie). Maar er staat nog meer op het bord. Beide kanten hebben nog een toren, en wit heeft een redelijk mooi paard op d4. Het zwarte paard kan mogelijk naar e4 komen. Nu is wit aan zet, bedenk welke zet Karpov hier speelde, en ga dan verder.

Spelen tegen het paard

1. f3!

f3 is een uitstekende zet. De juiste strategie om tegen een paard te spelen is door zijn "gevorderde" (dus velden vooruit) weg te nemen. Met de zet f3 krijgt wit de velden e4 en g4 onder controle. Ook kan zijn koning sneller naar het centrum.

1...Tc8 2. Txc8+ Lxc8 3. Kf2 Kf7 4. Ke3 Ke7

Tc8 was min of meer geforceerd. Na Kf2 zou wit infiltreren met Tc7 wat er verschrikkelijk uit ziet voor zwart.

Hoe ging wit nu verder? Bedenk weer de zet.

schaakpartij Karpov(2) Hoe gaat Karpov verder?

Wit speelt 5. b4! Deze zet fixeert de zwarte pionnen op lichte velden, zodat de loper op c8 slecht blijft. Maar hierdoor heeft wit ook meteen een directe dreiging: Pf5+! Bijvoorbeeld 5... h6 6. Pf5+ Lxf5 7. Lxf5 Pe8 8. Lc8 Pc7 9. Kd4 Kd6 10. Lb7 en door de extra pion op de koningsvleugel is dit zeker een winnende stelling. Daarom speelde zwart 5...g6 en komt er nog een pion op een licht veld. Nu is de loper nog slechter.

5. b4 g6 6. g4 Pd7 7. f4 Pf8 8. g5 Kd6 9. Kf3 Pe6

Zwart biedt een paardruil aan, en wit ruilt maar al te graag, want nu houdt hij een zuivere goede loper slechte loper eindspel over. Had zwart de paarden niet geruild, dan zag het er echter ook niet best voor hem uit.

10. Pxe6 Lxe6 11. Ke3 Lg4 12. Ld3 Le6 13. Kd4

Ke3 hield d4 tegen, en Ld3 voorkwam Le2 en Lc4.

Het goede loper slechte loper eindspel is bereikt. Alle andere stukken zijn van het bord. De pionnen zijn gefixeerd. Het enige wat nog moet gebeuren is het uitspelen. Let op dat zwart hier aan zet is en hij speelde Lg4. Probeer weer het plan voor wit te bedenken en uit te werken. Speel het uit op een bord, en ga dan verder.

Schaakpartij eindspel(3) Hoe speel je dit eindspel uit?

Zo maakte Karpov het af

Karpov maakt gebruik van zijn fantastische eindspeltechniek om dit eindspel uit te spelen. Het oefenen en naspelen van dit soort partijen is ontzettend leerzaam om je eigen schaaktechniek te verbeteren.

1...Lg4 2.Lc2 Le6 ( 2...Le2? 3.f5! Lh5 4.f6 Lg4 5.f7 Ke7 6.Lb3 Is een winnend eindspel.)

3.Lb3 Lf7 4.Ld1! Le6 ( 4...Lg8 5.Lg4 ) 5.Lf3 En nu zit zwart in zetdwang! 5...Lf7 6.Lg4 Le6 ( 6...Lg8 7.Lc8 Kc6 8.a3 Lf7 9.Ke5! )

7.Lxe6 Kxe6 8.g4! Kd6 9.f5!

Een indrukwekkend eindspel van Karpov. Wederom zagen we dat zetdwang een terugkomend thema in het eindspel is.

Terug naar het strategie overzicht.