Ongelijke lopers in het middenspel

Laatst aangepast op .

In deze serie artikelen ga ik heb hebben over ongelijke lopers. Met ongelijke lopers bedoelen we dat de ene speler een loper op de ene kleur velden heeft, terwijl de andere speler zijn loper op de andere kleur velden heeft. In deze context heeft de term ongelijk niets te maken met de sterkte van de loper.

Ik kan je vertellen dat veel schakers, zeker op clubniveau, stellingen met ongelijke lopers niet goed begrijpen of verkeerd inschatten. De oorzaak daarvan is dat ze wel eens gehoord of gezien hebben dat stellingen met ongelijke lopers in het eindspel vaak remise-achtig zijn. Dat klopt ook: in het eindspel geven de ongelijke lopers veel kansen om vrijpionnen en doorbraken te blokkeren.

In het middenspel is de situatie compleet anders, en daar gaan veel mensen de mist in. Het middenspel met ongelijke lopers, dus wanneer er nog zware stukken (dames, torens) op het bord staan, is vaak enorm scherp. Dat komt omdat de ene loper velden kan aanvallen die de andere loper niet kan verdedigen. In combinatie met torens en vooral ook dames geeft dit vaak situaties waar spelers een zeer krachtige koningsaanval op kunnen zetten. De loper kan de torens helpen infiltreren, or een batterij vormen met de dame om zo de koning aan te vallen. We gaan dat bekijken met een aantal voorbeelden, allereerst in de partij Bologan - Adly in het WK-kwalificatietoernooi in 2009 dat begon met de zetten:

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 Pf6 4.Pc3 cxd4 5.Pxd4 a6 6.Le3 Pg4 7.Lg5 h6 8.Lh4 g5 9.Lg3 Lg7 10.h3 Pe5 11.Pf5 Lxf5 12.exf5 Pbc6 13.Pd5 e6 14.fxe6 fxe6 15.Pe3 O-O 16.Le2 d5 17. O-O Pg6 18.c4 Pd4 19.cxd5 exd5 20.Lg4 Pf4 21.Tc1 Da5 22.Pc2 Pxc2 23.Txc2 Tae8 24.Lf3 Td8 25.Lxf4 Txf4

voorbeeldpartij over ongelijke lopers in het middenspel(1) Een stelling met ongelijke lopers in het middenspel.

Na 25 zetten hebben we een stelling met ongelijke lopers bereikt. Het belangrijke verschil is de veiligheid van de koning. De witte koning is heel redelijk verdedigd door pionnen en stukken, er zijn geen duidelijke doelwitten. De zwarte koning daarintegen is kwetsbaar op de lichte velden, precies de kleur van de witte loper. Wit gaat daarom proberen een koningsaanval op te zetten. Eerst pakt hij de controle op de e-lijn, daarna probeert hij de dame en de loper te richten op de zwarte koning.

26.Te1 Lf6 27.Tce2 Kg7 28.Db1

voorbeeldpartij over ongelijke lopers in het middenspel(2) De dame en loper kunnen samen de lichte velden aanvallen.

28.Db1 is de eerste stap in het aanvallen van de lichte velden, en veld g6 lijkt gelijk een doelwit (28.Dd3 was ook sterk geweest, wit koos waarschijnlijk voor Db1 om de a2 pion te verdedigen).

28...d4 29.Le4 Dc7 30.Dd3 Le7 31.a3

voorbeeldpartij over ongelijke lopers in het middenspel(3) 31.a3 bereid een herpositionering van de loper voor.

De zet 31.a3 bereikt twee dingen: Het voorkomt Lb4 wat in sommige gevallen een vervelende (tussen)zet kan zijn die de toren van e8 wegjaagt. Ten tweede komt het veld op a2 vrij om de loper van e4 te herpositioneren naar b1. Het zit namelijk zo:

De loper en de dame vormen samen op een diagonaal een batterij, ze werken samen. In dit geval staat de loper vooraan wat nu niet ideaal is. Het zou beter zijn als de dame vooraan stond, en met ondersteuning van de loper kan infiltreren op g6 of h7. Daarom begint wit aan een sterke manoeuvre, waarbij hij de loper achter de dame krijgt.

31...Lf8 32.Lf5 Td5 33.Le6 Td6 34.La2 Tdf6 35.Lb1 Kg8 36.Te7

Blokkeren van de verdediger bij schaken(4) 36.Te7 blokkeert de verdediging van de dame op h7.

Nadat wit zijn loper achter de dame heeft gekregen, lanceert hij gelijk de aanval met 36.Te7! De zet die gelijk dreigt is Dh7+ en zwart heeft geen goed antwoord. Zwart speelde 36...Lxe7, en wit kan geforceerd zijn aanval succesvol maken.

Lxe7 37.Dh7+ Kf8 Dh8+ Kf7 39.La2+ Kg6

Een koningsaanval bij schaken(5) Hoe gaat wit verder met de aanval?

Na 39...Kg6 ontstond opstelling (5), en wit moet op dit moment een precieze zet doen om het maximale voordeel uit deze aanval te halen. Wat is hier de de beste zet?

Misschien heb je goed ingeschat dat 40.Dg8+ Kh5 nog niet zo duidelijk is (wit heeft nog wel een redelijk voordeel na: 41.De8+ Kh4 42.g3 Kxh3 43.gxf4). De veel sterkere zet 40 was echter: 40.De8+, en zo ging de partij verder:

40.De8+ Tf7 Dg8+ Tg7 42.Lb1+ d3 43.Lxd3+

De zwarte speler verliest een toren en de partij(6) De zwarte koning moet de verdediging van de toren loslaten.

Zwart kan de toren op g7 niet blijven verdedigen, en moet wijken met 43...Kh5.

43...Kh5 44.Dxg7 Txf2 45.Txe7 Dc5

De witte aanval is hier al overweldigend, maar zwart lijkt met 45...Dc5 een directe winst voor wit te hebben gemist. Zie je in onderstaand diagram hoe wit direct tactisch wint?

Winnende strategie(7) Hoe kan wit fraai tactisch afronden?

46.Dxh6+ Kxh6 47.Th7#

Succesvol strategisch begrip leidt vaak tot succesvolle tactische overwinningen.

Doordat de witspeler goed opmerkte dat zwart kwetsbaar was op de lichte velden, ruilde hij doelbewust naar een stelling met ongelijke lopers. Vanuit die stelling verbeterde hij zijn stukpositie door een batterij van de dame en loper te vormen. Op het juiste moment, in dit geval vrij snel, kon wit zijn aanval lanceren met 36.Te7! Snel daarna bereikte wit een winnend voordeel, en kon hij snel afronden met een tactische combinatie.

Begrip van strategische motieven blijkt dus cruciaal in het middenspel, daarom deel ik graag partijen waarin dit soort duidelijke motieven naar voren komen. Het stimuleert je om goed na te denken over hoe je gericht naar een gunstige stelling toe kan werken.

Bekijk hoe Karpov een sterke koningsaanval opbouwt met zijn ongelijke loper.