De penning
Laatst aangepast op .
De penning is een element in het schaken dat vaak tactisch gebruikt kan worden. Bij een penning staan net als bij de rontgenaanval twee stukken van de tegenstander op dezelfde lijn, waarbij het voorste stuk (het kopstuk) aangevallen wordt, maar nu is juist het achterste stuk (het staartstuk) kostbaar. Het is dus onverstandig als je tegenstander het voorste stuk weg haalt. Als het aangevallen stuk gewoon verdedigt staat, hoeft er niks aan de hand te zijn. Zoals in diagram (1).

Het paard op c3 staat gepend en kan dus niet weg omdat de koning schaak zou staan. Omdat het paard gewoon verdedigd staat door de b2 pion, is er echter niks aan de hand. De penning is gewoon een aspect van de stelling. Laten we dus eens kijken hoe we de penning op een tactische manier kunnen gebruiken.
Een gepend stuk moet je aanvallen

De eerste manier om een penning tactisch te gebruiken komt doordat het gepende stuk niet weg kan. Je kan het gepende stuk dus aanvallen met een stuk dat minder waard is. Een voorbeeld zie je in diagram (2). Het witte paard op c3 staat gepend door de loper. Zwart is aan zet en valt het paard aan door zijn pion naar d4 te spelen. Het paard kan niet weg en de volgende zet pakt zwart het paard met de pion.

Een andere manier is om het gepende stuk vaker aan te vallen dan de tegenstander hem kan verdedigen. Wederom is het gepende stuk een goed doelwit omdat hij niet weg kan. In diagram (3) wordt het gepende paard op d4 een tweede keer aangevallen als zwart Lf6 (Lc5 werkt ook) speelt. Wit is niet in staat het paard een tweede keer te verdedigen, dus de volgende zet speelt zwart Lxd4. Hij krijgt twee stukken en verliest er maar een.

Het is belangrijk om altijd goed op te letten bij een penning. In diagram (4) staat het gepende paard op d4 drie keer aangevallen en maar twee keer verdedigd. Echter als zwart drie keer op d4 zou slaan verliest hij twee stukken terwijl wit een stuk en twee pionnnen verliest. Een ongunstige ruil voor zwart en dus moet je goed van tevoren nadenken. Het is soms lastiger dan alleen tellen hoe vaak een stuk aangevallen staat.

Een ander gevaar is afgebeeld in diagram (5). Het paard op e4 staat gepend, maar in dit geval aan de dame. Deze penning is dus minder sterk dan een penning op de koning. Als zwart simpelweg het stuk probeert aan te vallen met Lb7, dan geeft wit schaak met Pg5+ en pakt vervolgens de onverdedigde toren op e8 met de dame. Wat leek op een penning werd door wit gebruikt als aftrekaanval!.
Oefeningen met de penning
Hieronder staan een aantal oefeningen met als thema de penning. Probeer ze op te lossen en check dan onderaan de pagina of je ze goed had.
Oefening 1 en 2. Wit aan zet.
Oefening 3 en 4. Wit aan zet.
Oplossingen
- Oefening 1: Te1 pent het paard. Het paard op e4 kan niet weg en is niet te verdedigen, dus volgende zet pakt wit het paard.
- Oefening 2: g4 valt het gepende paard op f5 aan.
- Oefening 3: Te1 valt de gepende toren op e5 een tweede keer aan. Merk op dat de dame op c7 onverdedigd is, en de pion op b4 voorkomt Tc5 wat de dame zou verdedigen.
- Oefening 4: Pd3 of Pf3 valt het gepende paard op e5 een tweede keer aan.